De Vrouwen van de Eerste Huizen op weg naar het Boekenbal

Volgens velen zijn De Vrouwen van de Eerste Huizen de jus van Aan de lange Weg, zijn zij het die het ook tot een leuk boek maken. Het verscheen in december 2004. Eerst gebeurde er niets. Dan verscheen er een artikeltje in de Ahrenberger en kwam het op gang. Een maand later een pagina in het Eindhovens Dagblad. Toen begon het echt te lopen, het Boekenbal kwam eraan en De Vrouwen van de Eerste Huizen vonden dat ze daar nu ook bij moesten zijn. Een stukje vervolg op Aan de Lange Weg.

De Vrouwen van de Eerste Huizen op weg naar het boekenbal.

Nauwelijks waren de eerste tientallen exemplaren van Aan de Lange Weg verkocht of de Vrouwen van de Eerste huizen waren op weg gegaan naar het boekenbal. Ze hadden besloten, hoewel het boekenbal nog een aantal weken ver weg was, zich thuis al om te kleden. Kwestie van inleving in hun rol vonden ze dat. Ze zouden die kleren dan onderweg wel een keer wassen. Hanna Knietel dacht dat ze het beste als Arnon Grunberg kon gaan, vanwege zijn meisjesachtige uiterlijk. Maar die stem, hoog, beschaafd, bekakt, hoe kreeg ze dat voor elkaar? En Arnon sproeit niet voor zover wij weten, dachten de andere twee vrouwen, ook niet bij de s-en en de t’s, maar dat zeiden ze niet hardop. De oudste dochter van Meijer wil wel als A.F.TH. Dat Geldropse gedoe is een zacht eitje, met een beetje platbrabants geouwehoer, kom je al een heel eind.

Ze willen eerst een bijzondere daad stellen, namelijk de enige schrijver opzoeken die ze ooit hebben gekend en die nu in een inrichting zit. In de Rijks Psychiatrische Inrichting in Best, menen ze. De schrijver was bij een paar dames aan de Lange Weg in de kost geweest. Hij zat altijd boven op zijn kamer op een schrijfmachine te rammelen. Hij schreef vieze boekjes, wisten ze. Hij kreeg er niet veel geld voor. Je moest heel veel vieze boekjes schrijven om een boterham te verdienen. Hij wilde eigenlijk heel andere boeken schijven, zei men, maar men betaalde hem alleen voor vieze boekjes. Daarom was hij op de duur gek geworden. Je zou van minder…

Daar liep iemand. Zouden ze die de weg vragen? “Doe die maar niet,” zei Hanna Bosmans nog nadat ze een blik op de man had geworpen. Waarom niet? Je kon toch niet zomaar zeggen: Nou, als ik die zo eens aankijk, dan weet die het vast niet. Vooruit dan maar.

 “Weet u misschien waar de RPI is?” vroeg de oudste dochter van Meijer op beschaafde toon maar natuurlijk wel haar zware stem. De man keek hen nadenkend aan. Hij dacht na, misschien was het niet zo erg met hem gesteld als dat het leek. Toen antwoordde de man, terwijl hij hen nadrukkelijk aankeek: “Weet ú het?”

Hanna Bosmans trapte plotseling het gaspedaal in en lag met haar hoofd op het stuur van het lachen. Ook de andere twee proestten het uit, terwijl ze de wedervraag van de man herhaalden. Je zag toch al meteen dat die man niet goed was! Omdat ze met al dat gelach niet hadden opgelet, bleek even later dat ze een voetbalveld waren opgereden. Hanna Bosmans was al een keer het veld rondgereden maar kon de uitgang niet meer vinden. “Zet maar op de stip!” proestte Hanna Knietel het uit. Het was er drassig. Op een gegeven moment konden ze niet meer voor- of achteruit. Toen kwam er gelukkig een mannetje het veld oplopen dat ze de weg naar de RPI konden vragen.

“Als je maar gek genoeg doet kom je er vanzelf,” zei het mannetje. Nu konden ze helemaal niet meer. Hanna had de voorwielen zo heftig laten draaien dat ze tot op de bodem van de auto in het voetbalveld zaten en er geen beweging meer in het stuur was te krijgen. “Lopen jullie ondertussen maar vast met die borden langs het veld,” zei ze, “de huizen staan hier vlak omheen, aan de overkant van de straat, en er is altijd wel iemand die kijkt. Toe nou maar.”

Ze hadden leuzen voor op de borden gezocht en die gevonden in de vijftiger, begin zestiger jaren. Natuurlijk toen, zeiden ze, toen hadden wij ons hoogtepunt! Eentje was er van Harry Mulisch uit de Haagse Post, die toen nog het formaat van het Parool nu had. En daarin stond over de breedte van 2 pagina’s: “ Ik ben een groot schrijver, daar helpt geen lievemoederen aan.” Dus dat was op het bord geworden: A.M. is een groot schrijver, daar helpt geen lievemoederen aan. Het andere bord hadden ze van de kaft van Ik, Jan Cremer. Dat was geworden: Aan de Lange Weg, een onverbiddelijke bestseller. Met die borden om liepen de Vrouwen de volgende ochtend door de stoptrein Eindhoven – Den Bosch, waarin ze in Best waren opgestapt. Ze waren die nacht maar in de auto op het voetbalveld blijven zitten. Ze gingen in diskussie met de passagiers. Er waren in de trein mensen die over de Da Vinci Code begonnen. Maar daarmee waren ze bij de Vrouwen aan het verkeerde adres. “Niet bij ons hoor,” zeggen de Vrouwen, “bij ons trekt Aan de Lange Weg een lange neus naar al die boeken, hé dat is een goeie!”  Weet je wat de Vrouwen wel een goed boek vonden? Nou? Hoe God verdween uit Jorwerd van Geert Mak. Maar die is met zijn laatste boek het ouwe wijf van de literatuur en de geschiedenis geworden, doet zijn naam eer aan. Nee, dan Het Zwijgen van Maria Zachea van Judith Koelemeijer. Dat vinden ze wel een voorbeeld, zeker wat betreft verkoopcijfers. Want nu vergeten we al die boeken, zeggen ze, en hebben we het over Aan de Lange Weg. Opeens donderen ze door de trein heen, een luid gepiep en geknars, gegil. Welke gek heeft er aan de noodrem getrokken? Als ze met bulten en blauwe plekken overeind zijn gekrabbeld en de trein tot stilstand is gekomen, gaan ze uit het raampje hangen en kijken naar voren. “Verrek, dat is de bus van onze Harry die daar dwars op de overweg staat!”  “Waar zijn die gekke wijven?” horen ze hun mannen roepen. “Zeg dat ze naar huis komen!” Ze worden met hun allen een poosje in Den Bosch vastgezet, verkleed en wel en met de sandwichborden. En de Vrouwen weten van geen ophouden. Ze hangen de sandwichborden voor de tralies en roepen: “Hé, Bosschenaren, weten jullie dat Aan de lange Weg ook in het Noordbrabantsmuseum ligt? Hé, Bossche bollen…” Volgend jaar zijn ze zeker op het boekenbal, desnoods vertrekken ze gewoon nog een paar weken eerder van huis. En tegen hun mannen zullen ze zeggen dat ze naar Valkenburg gaan.

——————————

Van HetWerk41, Aan de Lange Weg-special van het (toen nog)maandelijks literair kladschrift van Meurs A.M., 11 maart 2005, werden 150 exemplaren genummerd en gesigneerd.


Kaft 1e en 2e druk 2004, 2005


3e, door @UfukKobas geïllustreerde druk 2009


In Nieuwstaat alleen nog verkrijgbaar: Boekwinkeltje Wonderland (geen verzendkosten)