EN WAT #GUST VAN BRUSSEL EROVER VERTELT

Wanneer we het de laatste 15 jaar over Zwarte Piet hebben, hebben de tegenstanders het erover wat die betekent voor mensen van kleur en de voorstanders over wat die betekent voor Sinterklaas als kinderfeest en voor onze vertrouwde cultuur.
De voorstanders gaan ervanuit dat het voor kinderen altijd een feest was, die kregen immers toen ze heel klein waren snoep en pepernoten in hun schoen en cadeautjes op de ochtend van 6 december.
In werkelijkheid waren, in ieder geval tot begin jaren 60, de kinderen die nog in Sinterklaas ‘geloofden’ vaak doodsbang, al weken van tevoren, Sinterklaas wist immers alles en had het opgeschreven in zijn grote boek. Je opvoeders chanteerden je. Als je stout geweest was kreeg je niets in je schoen, soms mocht je zelfs je schoen niet zetten. Er werd voortdurend met Zwarte Piet gedreigd. Die dreiging was veel concreter dan die andere, vaste, dreiging, met hel en verdoemenis of op zijn best vagevuur. Wanneer Sinterklaas en Zwarte Piet, toen je wat groter was, ’s avonds bij jou thuis langskwamen, zweette je van angst voor wat de Sint zou vertellen van wat hij van jou wist. Zou je een cadeau krijgen uit de zak van Sinterklaas of moest je in de zak van Zwarte Piet en kreeg je zelfs met de roe? Het was immers onmogelijk om zo braaf te zijn als dat je ouders van je wilden.
De grote Vlaamse schrijver #GustvanBrussel (1924 – 2015) vertelde mij hoe dat ging toen hij in 1929, op zijn 5e jaar, in een weeshuis werd opgenomen en op school niet meer aan de kant mocht zitten van de kinderen die ouders hadden, omdat zijn ouders in de kliniek lagen en volgens de nonnen zouden sterven aan de vogelpest.
<Mijn ouders werden toen weggevoerd omdat ze vogelpest kregen. Men wist toen nog niet hoe dat te behandelen. Wij woonden in een heel klein huisje. Ze hadden een papegaai gekocht van een matroos. Een fel gekleurde Braziliaanse papegaai. De zeeman smokkelde die mee en liep dan het dorp af om te zien of iemand die wilde hebben. Mijn ouders waren daar gek van. Met het gevolg dat ze de vogelpest kregen. Ze zijn toen heel lang in de kliniek gebleven, heel mijn schooljaar. Men heeft mij toen in een weeshuis geplaatst. We mochten niet spreken, alleen als we gingen eten konden we met elkaar praten. Dat was een heel vreemde wereld, een Jansenistische (23) wereld., alles afgesloten, de luiken dicht, de poorten dicht. Heel streng. Veel gebeurde er op maat, broekje uit!, op maat. Dan stond ge daar naast uw bedje.>
(…)
<Er was daar een meisje en dat had van die pijpenkrullen en ik vond dat zo mooi! We hadden bij een les een schaartje om papier te knippen en ik knipte die een lok af, en die maakte me een kabaal! En dan kwam de zuster naar me toe gelopen, zo’n struise Kempische boerin, en die gaf me zoveel slagen dat ik op de grond bleef liggen. En toen zei ze: Met Sinterklaas krijg je niks! En toen Sinterklaas kwam en wij daar waren met alle kinderen en ik als laatste moest, zei ze: Hier is iemand die met Zwarte Piet van doen heeft. Sinterklaas zei: Voor slecht gedrag. En ik kreeg slaag van Zwarte Piet. Ik ben daar niet zozeer verbitterd geworden maar wel een beetje vervreemd van de wereld. ’t Is in die jaren, met 5 jaar, dat je al herinneringen hebt, dat je al gezichten herkent, dat je al gevolgen kent, dat dit gebeurt. In wezen ontdekte ik met 5 jaar de wereld en dat was zo’n vieze ontdekking! Ik heb daarvan overgehouden dat ik heel terughoudend ben. Als ik in een vreemde wereld ben, zeg ik niks. Ik zeg niks, ik luister en ik zie, ik observeer. Dat is mijn taak als auteur. Maar toen wist ik dat nog niet.>
(23) Jansenisme: stroming in de R.K. kerk en later ook politieke beweging gekenmerkt door zijn ascetische wereldverwerping en pessimistische ethiek, genoemd naar de Leuvense hoogleraar en bisschop van Ieper, Cornelius Jansenius (1585 – 1638)
Uit: HetWerk literair kladschrift van Meurs A.M., Gust van Brussel (90) aan het woord, nr 65, 5 januari 2015. https://www.boekwinkeltjes.nl/b/152042467/AAAA-Gust-van-Brussel90-aan/?fbclid=IwY2xjawG9PE9leHRuA2FlbQIxMAABHfaDV2tCSDOa_sUxiVbj0Un1abV1xADBYut0NHALtOnK6O-jjotlnXWvNw_aem_NA4gO0sWldzOUvne9j1tuQ

In het onlangs verschenen boek FANTASTISCHE ONTMOETINGEN van Paul van Leeuwenkamp is bijna een kwart van het boek ingeruimd voor een essay over Gust van Brussel. https://www.quasis.nl/fantastische-ontmoetingen/